de zaaier zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: zaai·er Verbuigingen: zaaiers (meerv.) Verbuigingen: zaaiertje (verkleinwoord) de persoon die het land inzaait Voorbeeld: 'De zaaier zaaide het hele land in.' . 3 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/zaaier