zabberen werkw. Afbreekpatroon: zab·be·ren Verbuigingen: zabberde Vervoegingen: gezabberd (volt.deelw.) knoeien of kliederen Voorbeeld: 'Laat hem maar even een zabberen.' . Synoniemen: sabberen 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/zabberen