de zanggodin zelfst.naamw. (v.) Afbreekpatroon: zang·go·din Verbuigingen: zanggodinnen (meerv.) 1) een godin die de zangkunst beheerst, met name een van de negen muzen van de Griekse mythologie Voorbeeld: 'Bezing mij de man, o zanggodin, die veel te verduren kreeg sinds hij het heilige Troje vernietigde!' 2) ''overdrac... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/zanggodin