zegelen werkw. Afbreekpatroon: ze·ge·len Verbuigingen: zegelde Vervoegingen: gezegeld (volt.deelw.) 1) enz. 2) tweede betekenisomschrijving Voorbeeld: 'Zin met het zegelen in de tweede betekenis erin.' 3) van een zegel of stempel voorzien Voorbeeld: 'De stukken werden gezegeld.' . 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/zegelen