Zie ook:
zeker
zekeren werkw. Uitspraak: [ 'zekərə(n) ] Afbreekpatroon: ze·ke·ren Vervoegingen: zekerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gezekerd (volt.deelw.)
veilig en betrouwbaar vastmaken Voorbeelden: 'een met spanbanden gezekerde lading op een vrachtwagen' , 'Je mag op de bergwand alleen gezekerd klimmen.'
Gevonden op
https://woorden.org/woord/zekeren
1) Bergbeklimmersterm 2) Vastmaken 3) Beveiliging 4) Beveiligen
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Zekeren/1
als klimpartner of zekeraar een andere klimmer beveiligen tegen vallen door hem te bevestigen aan een touw dat vastgemaakt wordt aan een haak in de rots en dat touw naargelang van de behoefte te spannen of te vieren een klimtouw vastmaken en manipuleren ter beveiliging van een klimmer iets beveiligen, bijvoorbeeld tegen vernieling, fraude of waarde...
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/zekeren
Geen exacte overeenkomst gevonden.
