de zelfbeheersing zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ ˈzɛlvbəhersɪŋ ] Afbreekpatroon: zelf·be·heer·sing vermogen om rustig te blijven als je geëmotioneerd bent Voorbeelden: 'je zelfbeheersing verliezen' , 'oefenen in zelfbeheersing' Synoniemen: beheersing controle discipline Intensiveringen Hoe kun je zelfbeheersing krachtiger uitd...
1) Autocratie 2) Beheersing 3) Controle 4) Discipline 5) Enkratie 6) Reserve 7) Zelfbedwang 8) Zelfcontrole 9) Zelfdiscipline 1) Beheersing 2) Beheerstheid 3) Controle 4) Controle over zichzelf 5) Discipline 6) Innerlijke controle 7) Zelfbedwang 8) Zelfcontrole 
het in toom houden van zijn gevoelens (toon de herkomst via de etymologiebank)
het bedwingen van de neiging om te doen wat in je opkomt vb: met veel zelfbeheersing kon ik kalm blijven
het in toom houden van zijn gevoelens