zemel zelfst.naamw. (de) Afbreekpatroon: ze·mel 1) bij het malen van graan afgescheiden en fijngemaakt vlies van de korrel 2) zeur . Synoniemen: geitenbreier zanik zeikerd zeur zeurkous zeurpiet 4 definities...
1) Afval 2) Bolster van graan 3) Erwtenteller 4) Geitenbreier 5) Graandeel 6) Graanhuis 7) Graanhuls 8) Graankorrelhuls 9) Graanproduct 10) Graanvlies 11) Meut 12) Omhulsel 13) Stoelgang bevorderend middel 14) Teut 15) Vlies 16) Vlies van de graankorrel 17) Vlies van een graankorrel 18) Vlies van een korrel 1) Geitenbreier 2) Graanvliesje 3) Teem 4) Temer 5) Zanik 6) Zanikpot 7) Zeikerd 8) Zemelaar 9) Zeur 10) Zeurkous 11) Zeurpiet 12) Zwamneus 
vlies van graankorrels (toon de herkomst via de etymologiebank)
1) buitenste, vliesachtige laag van een graankorrel die bij het malen wordt afgescheiden; vruchtwand van de graankorrel 2) iemand die zeurt; iemand die zemelt
vlies van graankorrels
vlies van graankorrels
De zemel is, op het kaf na, de buitenste laag van de graankorrel. De zemel bevat cellulose en meer mineralen en vitaminen dan de rest van de korrel. Omdat cellulose, niet omgezet kan worden in een opneembare vorm van suiker, verteert het lichaam deze stof niet. Toch hebben zemelen een belangrijke functie omdat ze vocht opnemen in het maag-darmkanaa...