zichzelf pronoun Uitspraak: [ zɪxˈsɛlf ] Afbreekpatroon: zich·zelf <woord waarmee je met nadruk naar een andere, al genoemde persoon verwijst> Voorbeeld: 'Ze heeft het allemaal aan zichzelf te wijten.' voor zichzelf beginnen (een eigen bedrijf opzetten) 'Ze is vorig jaar voor zichzelf begonnen.' Synoniemen: zich Spreekwoorden en... Gevonden op https://woorden.org/woord/zichzelf
wederkerend, derde persoon enkelvoud vb: hij ziet zichzelf in de spiegel tot zichzelf komen [weer rustig worden] op zich(zelf) vind ik het best [los van al het andere] in zichzelf praten [iets tegen jezelf zeggen] voor zichzelf beginnen [een eigen zaak beginnen] hij blijft zichzelf [laat zich nie... Gevonden op https://mowb.muiswerken.nl/
•derde persoon enkelvoud en meervoud, versterkte vorm van zich. •tweede persoon enkelvoud en meervoud beleefdheidsvorm, versterkte vorm van zich. Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/zichzelf