druppelen, druipen uitdr.: Voorbeeld: ‘zijpende nat’: druipnat (DB, Te, VD) - Voorbeeld: ‘Inmiddels werd Balcaen aangekondigd, de deur draaide open en daar stond de boer, blootshoofds, op zijn kousevoeten en zijpende nat geregend, als een schamele schooier’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0026.php