de zitkamer zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ ˈzɪtkamər ] Afbreekpatroon: zit·ka·mer Verbuigingen: zitkamers (meerv.) kamer in een huis waar gemakkelijke stoelen staan Synoniem: woonkamer Synoniemen: huiskamer salon woonkamer ...
1) Woonkamer 2) Woonvertrek 3) Vertrek 4) Salon 5) Huiskamer 6) Deel van een huis 
woonkamer
Een zitkamer is de belangrijkste kamer van een huis, waar men, als men thuis is, al zittend de dag doorbrengt of gasten ontvangt. [basiswoordenlijst groep 4]
Kamers met een privé-karakter, bedoeld om in te zitten, gasten te ontvangen en te verpozen. Gebruik 'salons' voor grotere en officiëlere zitruimten