zomaar bijwoord Uitspraak: [ ˈzomar ] Afbreekpatroon: zo·maar 1) zonder reden of aankondiging Voorbeelden: 'Hij begon zomaar in het rond te schieten.' , 'Waarom zeg je dat? Zomaar.' 2) zonder beperking Voorbeeld: 'Dat gaat niet zomaar. Je moet eerst toestemming vragen.' Synoniemen: eenvoudigweg gewoonweg klakkeloos...
1) Eensklaps 2) Eenvoudigweg 3) Gewoonweg 4) In het wilde weg 5) Klakkeloos 6) Losweg 7) Onverwacht 8) Op goed geluk 9) Pardoes 10) Platweg 11) Voetstoots 12) Willekeurig 13) Zonder aanleiding 14) Zonder in- of aanleiding 15) Zonder meer 16) Zonder noodzaak 17) Zonder onderzoek 18) Zonder reden 1) Eenvoudigweg 2) Gewoonweg 3) Ineens 4) Klakkeloos 5) Losweg 6) Lukraak 7) Onverwacht 8) Opeens 9) Pardoes 10) Plots 11) Plotseling 12) Spontaan 13) Stomweg 14) Voetstoots 15) Warempel 
zonder aanleiding of reden vb: waarom heb je het gedaan? ach, zomaar!
zonder in- of aanleiding