1.dwaasheid Voorbeeld: ‘Moeder dong af op de prijzen; knoterde binnensmonds “dat't zottigheid was al dat schoon geld te vermoossen”, maar kocht altijd kopen’ 2.liefkozing, sexuele betrekkingen Voorbeeld: ‘Kasteele voelde zich nog boomsterk, met sap in de knoken, bij stonden nog jong van hart, geneigd zelfs naar zottigheid (dàt... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0026.php