de zuinigheid zelfst.naamw. (v.) Afbreekpatroon: zui·nig·heid Verbuigingen: zuinigheden (meerv.) het zuinig zijn Voorbeeld: 'Waar komt die zuinigheid van jou toch vandaan?' . Synoniemen: boerenbedrijf economie landhuishoudkunde spaarzaamheid zuinig zijn Spreekwoorden en zegswijzen • zuinigheid met vlijt, bouw... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/zuinigheid