zwenken werkw. Uitspraak: [ ˈzwɛŋkə(n) ] Afbreekpatroon: zwen·ken Vervoegingen: zwenkte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is gezwenkt (volt.deelw.) een draaiende beweging maken Voorbeeld: 'De auto voor me zwenkte ineens naar de andere baan.' Synoniemen: afzwenken draaien heen en weer zwaaien keren omdraaien opzij gaan ronddraaien sling... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/zwenken