de les zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ lɛs ] Verbuigingen: lessen (meerv.) 1) keer dat je onderwijs krijgt Voorbeelden: 'Het volgende uur hebben we Engelse les.' , 'wiskundeles' 2) wat je moet leren (1) voor een les (1) Voorbeeld: 'na een uurtje studie je les kennen' bij de les blijven (je aandacht erbij houden)...
1) Klas 2) Afleer 3) Leeruur 4) Leer 5) Leerzame ervaring 6) Lering 7) Voorschrift 8) Huiswerk 9) Instructie 10) Cursus 11) Opgave 12) Uur privaatonderzoek 13) Scholing 14) Waar men nut van heeft 15) Waarschuwing 16) Vermaning 17) Onderrichting 18) Onderwijs 19) Onderwijzing 20) Wat onderwezen wordt 
Les is een Engelse jongensnaam. Het betekent `kleine Vlakte`. Extra info: Waar wordt het gebruikt? De naam Les wordt voornamelijk gebruikt in Engelstalige landen. Het is een verkorte vorm van Lester, gebruikt in Engelstalige landen....
onderricht
onderwijs; dat wat onderwezen wordt (toon de herkomst via de etymologiebank)
keer dat iemand je iets leert vb: in deze les gaan we leren rekenen
•onderricht gedurende een korte tijd.
onderricht