geen pronoun Uitspraak: [ xen ] 1) niet één Er was geen mens te zien. (er was niemand te zien) Ik snap er geen woord van. (ik snap er helemaal niets van) 2) niet Voorbeelden: 'Ik wil geen melk maar karnemelk.' , 'geen twintig maar dertig' , 'geen bruine bonen lusten' , 'geen zin hebben' Synoniemen: genkel genkele ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/geen
ontkenning vb: dit is geen mens maar een dier dat is geen stijl [dat hoor je niet te doen] geen sprake van! [ik wil het niet!] we kunnen in geen geval op vakantie [zeker niet] Gevonden op https://mowb.muiswerken.nl/