
aanzien voor werkw. Uitspraak: [ ˈanzin vor ] Vervoegingen: zag aan voor (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft aangezien voor (volt.deelw.)
denken dat iemand een bepaalde persoon is Voorbeelden: 'de man op het dak aanzien voor een inbreker' , 'John aanzien voor Peter' Synoniemen: : beschouwen als, houden voor Synoniemen: beschouwen als ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/aanzien voor

aanzien voor werkw. Uitspraak: [ ˈanzin vor ] Vervoegingen: zag aan voor (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft aangezien voor (volt.deelw.)
denken dat iemand een bepaalde persoon is Voorbeelden: 'de man op het dak aanzien voor een inbreker' , 'John aanzien voor Peter' Synoniemen: : beschouwen als, houden voor Synoniemen: beschouwen als ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/aanzien voor
Geen exacte overeenkomst gevonden.