achterste strook, achtergrond (WNT) uitdr.: Voorbeeld: ‘in 't achtergat zijn’: verachteren, achterop raken, zijn, ten achteren zijn. (VD) - Voorbeeld: ‘Mostrul is een achternoeneboer; altijd in 't achtergat met zijn oogst’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0004.php