afbrengen werkw. Uitspraak: [ 'ɑvbrɛŋə(n) ] Afbreekpatroon: af·bren·gen Vervoegingen: bracht af (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft afgebracht (volt.deelw.) 1) iemand afbrengen van een idee of voornemen (iemand laten stoppen met wat hij denkt of van plan is) 'iemand afbrengen van een vooroordeel' 2) het e... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/afbrengen
door te praten hem ermee laten stoppen vb: ik heb hem van dat plan afgebracht het op een bepaalde manier doen vb: we hebben het er goed van afgebracht Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=afbrengen