
shockeren werkw. Uitspraak: [ ʃɔˈkerə(n) ] Afbreekpatroon: shoc·ke·ren Vervoegingen: shockeerde (verl.tijd ) Vervoegingen: heeft geshockeerd (volt.deelw.)
een hevige emotie veroorzaken Voorbeelden: 'een shockerende pornofilm' , 'je kinderen shockeren als je vertelt dat je je erfenis aan liefdadigheid schenkt' Synoniem: schokken Synon...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/shockeren

1) Schokken 2) Aanstotelijk zijn 3) Aanstoot verwekken 4) Ergernis verwekken
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Shockeren/1

(Het publiek) schokken of van slag afbrengen
Gevonden op
https://encyclo.nl/lokaal/11539
Geen exacte overeenkomst gevonden.