afgieten werkw. Uitspraak: [ 'ɑfxitə(n) ] Afbreekpatroon: af·gie·ten Vervoegingen: goot af (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft afgegoten (volt.deelw.) 1) (een vloeistof) uit een vat gieten, of een vat leeggieten Voorbeelden: 'de pasta afgieten' , 'een vloeistof afgieten van het bezinksel' 2) door een techniek van...
1) Decanteren 2) Ontdoen van kookvocht 3) Ontdoen van vocht 4) Ontdoen van water 1) Decanteren 
Na het koken het water door de pan schuin te houden weg laten lopen. Afgieten wordt meestal gebruikt na het koken van aardappelen of groenten. Hierbij wordt ervoor gezorgd dat de groenten niet in de gootsteen vallen, en ook dat de hete stoom niet tegen het gezicht of de handen aankomt. Dit lukt door een deksel met een kleine kier op de pan te zette...
• [ov] het wegschenken van kookvocht. (+audio)
Het verwijderen van een te veel aan vocht. http://www.kokswereld.nl/content-culinairwoordenboek.html
Het verwijderen van een te veel aan vocht.