
afschalen Afbreekpatroon: af·scha·len Vervoegingen: schaalde af (verl.tijd ) Vervoegingen: heeft afgeschaald (volt.deelw.)
1) doen afnemen Voorbeelden: 'de productie afschalen' , 'reguliere zorg afschalen vanwege coronavirus' Antoniem: opschalen
2) omgehakte boomstammen van de bast ontdoen ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/afschalen
Geen exacte overeenkomst gevonden.