afsnoepen werkw. Uitspraak: [ 'ɑfsnupə(n) ] Afbreekpatroon: af·snoe·pen Vervoegingen: snoepte af (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft afgesnoept (volt.deelw.) tegen de wil van een ander overnemeninformeel Voorbeeld: 'marktaandeel afsnoepen van de concurrent' Synoniem: afpakken 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/afsnoepen