afsnuiten werkw. Verbuigingen: snoot af Verbuigingen: afgesnoten het inkorten van de lont van een brandende kaars om het walmen te beperken 
Afwerken van houten (constructie)delen door de scherpe kanten weg te nemen.
[ bouwkundige termen] Het wegnemen van de scherpe kanten (snuit) van een stuk hout. Het woord afsnuiten wordt echter ook gebruikt voor het wegnemen van een hoek van een gebouw of van een hoek van een kap. In het geval van een kap onstaat er een kap met een wolfseind.
Afwerken van houten (constructie) delen door de scherpe kanten weg te nemen.
Afwerken van houten (constructie) delen door de scherpe kanten weg te nemen.
De scherpe hoek of (zie) snuit afsnijden, b.v. van een stuk hout dat in een ander ingelaten moet worden, van een hoek van een gebouw, van een kap d.m.v. een hellend vlak of (zie) wolfeind. (Haslinghuis)
Afsnuiten is het verwijderen van de scherpe kanten (de zogenoemde snuiten) van bijvoorbeeld houtwerk. Snuiten of afsnuiten gebeurt vaak bij een stuk hout dat in een ander stuk houdt moet worden gestoken. Bij afsnuiten is dus altijd sprake van randen, scherpe kanten e.d. Bij afknotten is meestal sprake van het verwijderen van grotere delen van het g...