afwinden werkw. Afbreekpatroon: af·win·den Verbuigingen: wond af Vervoegingen: afgewonden (volt.deelw.) 1) een opgewonden draad van een klos afwikkelen Voorbeeld: 'Ik heb dit garen nog niet afgewonden.' 2) met winden een schip weer vlot zien te krijgen Voorbeeld: 'Zij slaagden erin het schip af te winden.' 3) Gevonden op https://www.woorden.org/woord/afwinden
• [ov] een opgewonden draad van een klos afwikkelen. • [ov] [scheepvaart] met winden een schip weer vlot zien te krijgen. •tweede betekenisomschrijving. •enz. Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/afwinden