antedateren werkw. Uitspraak: [ ɑntəda'terə(n) ] Afbreekpatroon: an·te·da·te·ren Vervoegingen: antedateerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geantedateerd (volt.deelw.) een voorbije datum geven Voorbeeld: 'geantedateerde facturen' Synoniem: antidateren Synoniemen: antidateren 
1) Antidateren 
voorzien van vroegere dagtekening
Het plaatsen van een datum in een document die voor de werkelijke datering ligt, bijvoorbeeld je dateert je aangifte inkomstenbelasting op 27 maart, terwijl het in werkelijkheid al 3 april is. Bedoeling van antidateren is een effect teweeg te brengen waarvoor je in werkelijkheid al te laat was.
rechtswetenschap: een eerdere datum opgeven. Bijv. op een brief die vandaag op de post gaat, de datum van eergisteren zetten. ...
'Antedateren' of 'antidateren' is het dagtekenen met een vroegere datum dan het document daadwerkelijk werd ondertekend. Het tegengestelde van antedateren is postdateren.
Antedateren (ante = vóór) is het dagtekenen met een vroegere datum dan het document daadwerkelijk werd ondertekend.
voorzien van vroegere dagtekening