de antifoon zelfst.naamw. Verbuigingen: antifonen Verbuigingen: antifoontje 1) apparaatje om het oor af te sluiten tegen hinderlijk geluid 2) vers dat gezongen wordt als inleiding of afsluiting van een psalm 3) beurtzang tussen priesters en gemeente Synoniemen: wisselzang 
1) Muziekterm 2) Liturgisch vers voor en na de psalmen 3) Gehoorbescherming 4) Tegenzang 5) Oordopje 6) Geprepareerd watje om in de uitwendige gehooropening te dragen teneinde het oor te beschermen tegen lawaai 7) Apparaatje tegen hinderlijk geluid dat in de uitwendige gehoorgang aangebracht wordt 8) Beurtzang 
beurtzang, liturgisch vers (toon de herkomst via de etymologiebank)
gezang dat een psalm omlijst; oorspronkelijk bedoeld om de toon aan te geven voor het koor
Een 'antifoon' of 'beurtzang' (Oudgrieks: ἀντίφωνος, Grieks: ἀντίφωνον) is een vers dat gezongen wordt als inleiding op en ter afsluiting van een psalm tijdens de mis en het getijdengebed. Als de helften van een psalmvers of gehele verzen om en om worden uitgesproken of gezongen, noemt men dit 'antifonaal'.
Zie beurtzang
beurtzang, liturgisch vers
Een beurtzang; een tegenzang In de Rooms-Katholieke Kerk ook een liturgisch gezang
Refrein of beurtzang, onder andere vóór en na een psalm, maar ook als zelfstandig gezang.