het autobezit zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'ɑutobəzɪt, 'otobəzɪt ] Afbreekpatroon: au·to·be·zit
het hebben van een auto, vooral vanuit het perspectief van groepen mensen Voorbeelden: 'onderzoek naar het autobezit bij mensen met een bijstandsuitkering' , 'Het autobezit wordt vaak uitgedrukt in het aantal personenauto's per 1000 inwoner...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/autobezit
Het aantal auto’s dat de inwoners van een gebied bezitten. Het autobezit kan worden uitgedrukt in het aantal auto’s per 1000 inwoners of per 100 huishoudens.
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/11640
Geen exacte overeenkomst gevonden.
