
de balansdag zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: ba·lans·dag Verbuigingen: balansdagen (meerv.) Verbuigingen: balansdagje (verkleinwoord)
een dag dat je minder eet om een dag dat je te veel hebt gegeten te compenseren Voorbeelden: 'Na de feestdagen was een balansdag onvoldoende, ik heb wel een balansmaand nodig!' , '(...) en vlucht met zij...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/balansdag

dag waarop iemand weinig en/of caloriearm eet om een dag te compenseren waarop men veel en/of calorierijk heeft gegeten
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/balansdag

dag waarop iemand weinig en/of caloriearm eet om een dag te compenseren waarop men veel en/of calorierijk heeft gegeten
Gevonden op
https://neologismen.ivdnt.org/article/balansdag

[neologisme of ex-neologisme] Citaat: "Met een balansdag compenseer je een calorierijke dag, bijvoorbeeld een feestdag met een rijkelijke dis, door extra te bewegen en door gezonder en wat minder te eten. Het is niet de bedoeling om te weinig te eten of maaltijden over te slaan. Het concept werd in 2006 door het Nederlandse Voedingscentrum geïntro...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10851
Geen exacte overeenkomst gevonden.