Etym: Fr. bateler = goochelkunstje doen. - Vorm van rijm, in het Frans 'rime batelée' genoemd en in het Nederlands 'eindbinnenrijm', waarbij het slotwoord van een versregel de rijmvrager is van een woord dat aan het einde van de hemistische (dus bij de cesuur) in de volgende regel rijmgever is. Bijvoorbeeld
haken/kwaken in de tweede ...
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/dela012alge01_01/dela012alge01_01_05233.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.