gejaagdheid, zenuwachtige onrust, angst - Voorbeeld: ‘Met stijgende bejaagdheid en zotte verbazing verliep de tijd nu verder, onmeedogend en de koe bleef daar roerloos, onveranderlijk, met 't kalf in heur dikspannende buik’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0005.php