Spreekwoorden: (1914) Beklonken zijn, d.w.z. vastgesteld, beslist zijn, van eene overeenkomst gezegd. Men denke hier niet aan het klinken der wijnglazen, maar aan beklinken in den zin van vastklinken, bevestigen; vgl. de zaak is tusschen hen geklonken, waarin klinken eveneens vastslaan beteekent. Zie Noord en Zuid XXI, 44... Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10778