
I bemeten werkw. Afbreekpatroon: be·me·ten Verbuigingen: bemat Vervoegingen: bemeten (volt.deelw.)
iets aan een (af)meting onderwerpen Voorbeeld: 'Zij bematen het stuk land.' II bemeten bijv.naamw. Afbreekpatroon: be·me·ten
door meting afgeperkt Voorbeeld: 'Hij bewoonde een ruim bemeten woning.' . ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/bemeten
Geen exacte overeenkomst gevonden.