Zie ook:
bevolk

bevolken werkw. Uitspraak: [ bə'vɔlkə(n) ] Afbreekpatroon: be·vol·ken Vervoegingen: bevolkte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft bevolkt (volt.deelw.)
(van een groep mensen) ergens wonen of zijn Voorbeeld: 'Dit deel van de Andes werd bevolkt door de Inca's.'
Gevonden op
https://woorden.org/woord/bevolken

1) Peupleren 2) Van mensen voorzien
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Bevolken/1
er als bewoner leven vb: deze eilanden worden bevolkt door 300 mensen
een dicht bevolkt land
[waar veel mensen wonen]Gevonden op
https://mowb.muiswerken.nl/
Geen exacte overeenkomst gevonden.