een hol en dof geluid maken - Voorbeeld: ‘De bomen, ze weerstonden og, hielden strak de stammen gespannen, maar hij (= de wind) stootte erin met een dommelend gedreun van gebarende gramte’ (Minnehandel - Geurts III 54) - Voorbeeld: ‘Maar op 't blakke veld was het een leventje! Daar had de wind vrije weister om te bommelen en te tui... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0005.php