de bondskanselier zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: bonds·kan·se·lier Verbuigingen: bondskanseliers (meerv.) Verbuigingen: bondskanseliertje (verkleinwoord) Hoofd van de regering in de Bondsrepubliek Duitsland, Zwitserland of Oostenrijk. Voorbeeld: 'In het kabinet van de joodse, sociaaldemocratische bondskanselier van Oostenrijk, w:Brun... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/bondskanselier