Brak definities

brak

brak bijv.naamw. Uitspraak: [ brɑk ] (van water) zoet met zout gemengd Voorbeeld: 'een brakke poel in de duinen' je brak voelen (je misselijk en ellendig voelen) Synoniemen: zout 11 definities...
Gevonden op https://www.woorden.org/woord/brak

Brak

1) Bengel 2) Deugniet 3) Guit 4) Jachthond 5) Kater 6) Kermistent 7) Rakker 8) Speurhond 9) Zilt 10) Zout 11) Zoutachtig 12) Zoutig
Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Brak/1

Brak

1) Deugniet 2) Drijfhond 3) Half zoet, half zout 4) Halfzout 5) Helper bij het jagen 6) Hondenras 7) Hondensoort 8) Houten ziekenloods 9) Jachthond 10) Jazzterm 11) Kater 12) Katerig 13) Kermistent 14) Lamlendig 15) Oude zeilboot 16) Rakker 17) Speurhond 18) Water 19) Zilt 20) Ziltig 21) Zoogdier 22) Zout
Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Brak/1

Brak

Brak is zowel een mengeling van zoet en zout water als een gevoel van algehele misère dat veroorzaakt wordt door ziekte. Vaak zeggen mensen dat ze brak zijn als ze tot laat uit zijn geweest en veel hebben gedronken. De volgende dag hebben ze dan last van een kater, wat ook wel als een brak gevoel wordt omschreven. Brak water komt voor op plaatsen ...
Gevonden op http://www.ensie.nl/definitie/Brak

brak

jachthond (toon de herkomst via de etymologiebank)
Gevonden op http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/brak

brak

met een beetje zeewater erdoor vb: dit water is niet zoet, maar brak
Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=brak

brak

brak:zoutachtig; water met een chloridegehalte van minimaal 1000 mg-l en maximaal 17000 mg-l.
Gevonden op http://www.nev.nl/thijsse/woordenlijst.html

brak

1) middelgrote hond met een elegante, slanke lichaamsbouw, een bruine vacht met witte tekeningen, een spitse kop met ronde, afhangende oren en een uitstekende reukzin die vooral wordt ingezet om wild te volgen en op te jagen bij de jacht 2) zoutachtig, ziltig van smaak, en daardoor minder geschikt als drinkwater, vooral door vermengi...
Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/brak

brak

•met een zoutgehalte dat tussen zout en zoet in ligt. •braak liggend. •"(informeel)" onprettig gevoel, flauw, met een kater. •onvoltooid verleden tijd van breken. •een jachthond gebruikt voor de jacht op lopend wild.
Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/brak

brak

[I] hondensoort [II] zilt
Gevonden op https://uitleenwoordenbank.ivdnt.org/index.php/uitleen/zoek_gecombineerd_ca

Brak

[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Handel) wat niet deugt, dat als onbruikbaar van het goede afgezonderd wordt, het uitschot.
Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0006.php

brak

hondensoort - Jaar van herkomst: 1287 (CG NatBl )
zilt - Jaar van herkomst: 1477 (Teuth. )
Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/sijs002chro01_01/colofon.php