de cacao zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ kaˈkɑu ] Afbreekpatroon: ca·cao bruin poeder waar je chocola van maakt Voorbeeld: 'warme melk met cacao en suiker' 
1) Bordspel 2) Landbouwproduct 3) Grondstof voor chocolade 4) Basis voor chocolade 5) Grondstof voor chocola 6) Uitheemse vrucht 7) Loskroonbladige 8) Genotmiddel 9) Poederchocola 10) Tropisch gewas 11) Bestanddeel van chocola 12) Chocoladepoeder 13) Bestanddeel van chocolade 14) Zaad van de cacaoboon 
zaad van de cacaoboom en daaruit bereide drank
Let op: Spelling van 1858 kakao, kakau, grondbestanddeel der chocolade
Let op: Spelling van 1914 Botanische beschrijving.: Onder cacao verstaat men de zaden van den cacaoboom, die, nadat zij aan een meer of minder langdurig fermentatieproces zijn onderworpen, gedroogd zijn. De cacaoboom (Theobroma cacao L.) behoort tot de familie der Sterculiaceae, waartoe ook de kolaboom (Cola vera L.). behoort. In Centraal-Am...
zaad, poeder van de cacaoboom Theobroma cacao (toon de herkomst via de etymologiebank)
boon van de cacaoboom, grondstof voor chocolade vb: in deze reep zit veel cacao
•produkt verkregen uit de bonen van de cacaoboom. Wordt gebruikt voor de bereiding van chocolade.
zaad van de cacaoboom en daaruit bereide drank
Cacao is het hoofdbestanddeel van chocolade . [basiswoordenlijst groep 8]