
de campingeigenaar zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: cam·ping·ei·ge·naar Verbuigingen: campingeigenaren (meerv.) Verbuigingen: campingeigenaartje (verkleinwoord)
houder van een kampeerterrein Voorbeeld: 'Sommige Nederlanders willen campingeigenaar worden in Frankrijk. Ze denken dat ze dan altijd vakantie hebben.' . 1 definitie...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/campingeigenaar

eigenaar van een camping; campinghouder
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/campingeigenaar
Geen exacte overeenkomst gevonden.