
fijne sluier- of mousselineachtige doeken. Vermoedelijk dezelfde die Stalpaert tjavenis noemt, `witte cattoene doecken maer seer ijdel gemaect, sijn lanck 5 vadem ende ontrent 2 1-2 span [breedt] ende hebben sijde nopkens van alderhande couleur`; Heiden zegt, sub chavonis, `dünne ostindische Musseline von Pondicherry`. Chiavonijs d`Oirnaal zijn ge...
Gevonden op
http://resources.huygens.knaw.nl/vocglossarium/
Geen exacte overeenkomst gevonden.