conjugeren werkw. Afbreekpatroon: con·ju·ge·ren Verbuigingen: conjugeerde Vervoegingen: geconjugeerd (volt.deelw.) uit twee ware uitspraken een derde vormen Voorbeeld: 'Hoe conjugeer je het werkwoord "être" ook al weer?.' . 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/conjugeren