de dagdromer zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: dag·dro·mer iemand die aan het dagdromen is Voorbeeld: 'James Rebank (1974) had nog nooit van Wordsworth gehoord toen hij als schooljongen het gebied, waar zijn familie van generatie op generatie haar schapen weidde, hoorde beschrijven als speelterrein van een rondtrekkende troep klimmers, d... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/dagdromer