
het dagticket zelfst.naamw. Afbreekpatroon: dag·tic·ket Verbuigingen: dagtickets (meerv.)
kaartje dat één dag geldig is (in vergelijking met een kaartje dat voor een langere periode geldig is) Voorbeeld: 'De rest van de nacht sliep hij slecht en de volgende morgen bestelde hij een dagticket New York.' . ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/dagticket
Geen exacte overeenkomst gevonden.