
debiliseren werkw. Uitspraak: [ debili'zerə(n) ] Afbreekpatroon: de·bi·li·se·ren Vervoegingen: debiliseerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gedebiliseerd (volt.deelw.)
zo sterk vereenvoudigen of toegankelijk maken dat het kinderachtig of bespottelijk wordt Voorbeeld: 'Het nieuws debiliseren door bij elk item gewone mensen aan h...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/debiliseren
Geen exacte overeenkomst gevonden.