degene pronoun Uitspraak: [ dəˈgenə ] Afbreekpatroon: de·ge·ne de persoon Voorbeelden: 'Degene bij wie je moet zijn loopt net het kantoor uit.' , 'John is degene die vandaag op de kinderen past.' Synoniemen: die diegene Gevonden op https://woorden.org/woord/degene
1) De betreffende persoon 2) Degeen 3) Bepalingaankondigend voornaamwoord 4) Aanwijzend voornaamwoord 5) Een bepaald persoon 6) Diegene 7) Hij die 8) De persoon die 9) De persoon 10) Bepalingaankondigend 11) Voornaamwoord 12) Het hoort de erfelijkheidsdrager te zijn die ik bedoel 13) Hij 14) Aankondigend voornaamwoord Gevonden op https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Degene/1