het discours zelfst.naamw. Uitspraak: [ dɪs'kur ] Afbreekpatroon: dis·cours Verbuigingen: discoursen (meerv.) 1) redevoering Voorbeeld: 'een discours houden over klimaatverandering' Synoniem: rede 2) discussie Voorbeeld: 'openbaar discours over de duurzame ontwikkeling van de stad' Synoniem: debat 
1) Rede 2) Conversatie 3) Onderhoud 4) Weinig omgang 5) Vertoog 6) Gesprek 
Etym: Fr. < Lat. discursus < dis-currere = uiteen-lopen, heen en weer lopen, bespreken. - Term die in heel wat contexten en disciplines voorkomt, vaak met afwijkende betekenissen of bijzondere nuances. In zijn meest algemene zin wijst hij op `alles wat gezegd en geschreven is`, m.a.w. het concrete taalgebruik in zijn verscheidenheid, zijn co...
gesprek
gesprek, onderhoud
Maatschappelijke discussie
betoog (toon de herkomst via de etymologiebank)
gesprek
[Let op: mogelijk oud Nederlands van 1400-1800] redevoering, praatje