
doorschuiven werkw. Uitspraak: [ 'dorsxœyvə(n) ] Afbreekpatroon: door·schui·ven Vervoegingen: schoof door (verl.tijd enkelv.)
1) vooruit brengen of gaan Vervoegingen: heeft, is doorgeschoven (volt.deelw.) Voorbeelden: 'niet gespeelde wedstrijden doorschuiven naar een andere datum' , 'in de bus niet doorschuiven, maar op je plaat...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/doorschuiven
Geen exacte overeenkomst gevonden.