de dorpsbewoner zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈdɔrpsbəwonər ] Afbreekpatroon: dorps·be·wo·ner Verbuigingen: dorpsbewoners (meerv.) inwoner van een dorp Synoniemen: dorpeling dorpelinge 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/dorpsbewoner