1> door de wind opzij gezet worden; verlijeren. 2> bij het aan de wind zeilen te veel zijdelings verplaatsen. [Lijst: Uitdrukkingen e.d. ] 3> al drijvend dwars, scheef, op de richting van het vaarwater of de koers geraken. Een wraakhoek krijgen. 4> vissen met een drijfton die sneller afdrijft dan het schip. Plaatselijk ook voordrijven en rech... Gevonden op https://www.debinnenvaart.nl/binnenvaarttaal/index.php?woord=dru#dwarsdrijv
Spreekwoorden: (1914) Iemand dwarsdrijven. In eigenlijken zin gebruikte men in de 16<sup>de<-sup> eeuw het wkw. dwarsdrijven van een schip in de bet. niet bij den wind willen zeilen, zooals nog in het Friesch: it is in âld dwersdriuwer, waaruit zich de beteekenis wederstreven geleidelijk ontwikkelde. Zie... Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10778