eenzaam bijv.naamw. Uitspraak: [ ˈenzam ] Afbreekpatroon: een·zaam 1) (van iemand) alleen of met het gevoel alleen te zijn Voorbeelden: 'een eenzaam gevoel' , 'eenzame opsluiting' 2) (van iets) ver weg van alles en iedereen Voorbeeld: 'een eenzaam eilandje in de Stille Oceaan' Synoniemen: : afgezonderd, verlaten S...
1) Enkel 2) Desolaat 3) Eendelijk 4) Eenlopend 5) Zonder gezelschap 6) Kloosterlijk 7) Eenbaar 8) Teruggetrokken 9) Afgezonderd 10) Solitair 11) Afgelegen 12) Veraf 13) Verlaten 14) Verweesd 15) In zijn uppie 16) Onbezocht 17) Alleen 18) Ongehuwd 19) Doods 20) Geïsoleerd 21) Niet veel bezocht 22) Stil 
zonder gezelschap, alleen (toon de herkomst via de etymologiebank)
het gevoel hebben alleen te zijn vb: ze krijgen nooit bezoek, ze zijn eenzaam
Als je eenzaam bent, voel je je ongelukkig omdat je je alleen voelt.
•gebrek aan gezelschap ondervindend. (+audio)
alleen
alleen